bent u geinteresseerd in de klusweekenden op de Meander, kijk dan op deze link https://welkweekend.nl/w/
Beste planteneters,
Deze week een korte uiteenzetting van de visie van de Meander, waarbij ik pap (Henk) aan het woord wil laten. Namelijk, bij de prent die vorige week in de nieuwsbrief stond (zie foto) hoort een verhaal. Dat krijgt vorm in een krantenartikel van 30 jaar geleden waarbij een vastberaden Henk zijn verhaal doet over de visie die hij voor het bedrijf heeft. Ik wil enkele mooie stukken met u delen deze week:
Portret van de start van de familie Wansink op de Meander
De meander, Biologisch-dynamisch topbedrijf
BRUMMEN – Het gemengd landbouwbedrijf De Meander in Brummen heeft deze week het zogenaamde ‘Demeter-certificaat’ gekregen van de vereniging van biologisch-dynamische landbouw. Het Demeter-merk is de hoogste van de twee kwalificaties die de vereniging toekent aan aangesloten bedrijven. Het Demeter-certificaat (Demeter is de Griekse godin van de landbouw) is een jaar geldig en wordt pas verleend na uitvoerige controles en wordt getoetst op drie biodynamische criteria: boer, bodem en bedrijfsvoering.
Ideaal boven winst
Sommige vakgenoten beschouwen hen hoofdschuddend als mensen die aan het ‘vrijwillige inkomstenderving’ doen. Echt vreemd is dat niet. Henk en Marrie Wansink weten dat de opbrengst per hectare op hun boerenbedrijf in Brummen door hun landbouwtechnieken gemiddeld 20% lager is dan die van collega’s. En als het nou een hobby was, waaraan ze niks meer hoefden te verdienen dan een vleugje idealistische voldoening – maar ze moeten er van leven. “Er mag eigenlijk niks fout gaan op dit bedrijf”, zegt Henk Wansink. “Onze marges zijn daar nog te krap voor. Als we één heel slecht jaar krijgen, zitten we meteen op het randje.” Toch komt het idee om de biologisch-dynamische zaak in te ruilen voor een ‘lucratiever’ bedrijf niet in hen op. De ‘BD’ is namelijk net zoveel een kwestie van gezond verstand als van hemeltjesfietserij. “Pragmatisch idealisme”, noemt Henk het.
“De bodem is heilig”
Henk en Marrie hebben nu zon vijf seizoenen zien komen en gaan op de meander. Ieder jaar wordt de grond die ze bebouwen beter, dankzij zorgvuldige afwisseling van gewassen, gerichte technieken en heel veel geduld. De akkers worden uitsluitend bemest met mest die al tenminste een jaar de gelegenheid heeft gehad om te vercomposteren. Met het gebruik van deze organische mest onderscheidt de biologisch-dynamische landbouw zich van de gangbare en ook geïntegreerde landbouw. “De basis van de BD is een grondlaag van ongeveer 30 centimeter waar al het nodige inzit.” Het vraagt veel zorg om zo’n laag te creëren en in stand te houden. Volgens Wansink duurt het minstens een jaar of tien om op een akker die helemaal ‘dood’ is, weer zo’n rijke, levende humuslaag op te bouwen.
Verschil met gangbare productie
De opbrengst blijft 20% lager dan mogelijk zou zijn met gangbare methoden. Maar Wansink is ongevoelig voor dat winstbejag. “De moderne landbouw zit op alle fronten gigantisch in de problemen door de drang om steeds meer te produceren”, redeneert hij. “Biologisch-dynamische landbouw is duurzaam.” (over toekomstdenker gesproken- hier heeft pap het al over een begrip waar we tegenwoordig mee worden overspoeld.) In de moderne akkerbouw heerst volgens Wansink steeds meer een ‘steenwol-cultuur’: de grond zelf heeft geen enkele organische opbouw, maar wordt ieder seizoen volgepompt met de (kunstmatig geprepareerde) stoffen die het gekozen gewas nodig heeft om zo snel en groot mogelijk te groeien. Daardoor mineraliseert het steeds meer, zodat een soort steenwol-structuur overblijft (de grond wordt uitgeput). De ideeën van Wansink staan haaks op deze roofbouw.
Toekomst
Wansink hoopt dat het bedrijf binnen twee of drie jaar zelfvoorzienend is, maar of die hoop werkelijkheid wordt, hangt voor een belangrijk deel af van de uitbreidingsmogelijkheden die zich aandienen. Alle grond rondom de meander is in pacht en het ziet er momenteel niet naar uit dat ook maar één van die akkers te veroveren valt. Maar Wansink maakt zich daarover niet al te druk: “Van de ene op de andere dag kan een stuk grond vrijkomen.”
Henk Wansink heeft wel vertrouwen in de toekomst van het biologisch-dynamische bedrijf, althans als Moeder Natuur niet vroegtijdig het loodje legt. Zijn gedachten over dat laatste zijn somber: “Ik ben bang dat we hier zó in de problemen komen dat het te laat is”, zegt hij. “We moeten verder kijken dan onze neus lang is. Maar ons consumptiepatroon is daar niet op gericht.” De opleving van het milieubewustzijn geeft ook Wansink moed. Zelfs boeren beginnen ‘groen’ te denken. “Vroeger zei iedere boer dat wat wij doen stom is. Maar nu denken ze heel anders, ze vinden ons niet meer helemaal getikt. Want die boeren lezen ook de krant, en in elke aflevering van de Boerderij (lijfblad voor agrariërs, red) staat wel iets over een of andere BD’er. Ik geloof dat het milieubewustzijn in het algemeen echt groeit. Maar het gaat wel erg langzaam. De BD probeert wat vaart te zetten achter het herstelproces.”
De visie die in dit artikel wordt tentoongespreid, is altijd leidend (geweest) bij de Meander.
Mocht u een kopie willen van het hele artikel, laat het ons weten.